BARE FJAS & BLÅGRAS - LØRDAGSGODT

Artiest info
Website
facebook
label: Kirkelig Kulturverksted
distr.: Xango

Bluegrass in het Noors? En nog wel voor kinderen? Jawel, het bestaat en die vaststelling is dan ook de voornaamste reden waarom ik het even over dit plaatje wil hebben. Ik besef maar al te goed dat een CD als deze hooguit twintig exemplaren zal verkopen in de Lage Landen en toch moet ik het er over hebben, al was het maar omwille van de originaliteit van het concept. Oyvind Smidt, Fritz Flåmo Eidsvlaag en Hans Martin Storrøsten zijn de in overall uitgedoste muzikanten, die zich kennelijk tot doel stellen op muzikaal verantwoorde wijze kinderen te laten kennismaken met een niche-genre dat bluegrass voor Europese oren toch wel is.

Smidt kennen we hier een beetje, van zijn werk met Felefunk, maar ook als begeleider bij Ida Jenshus en Rasmus & Verdens. De man speelt in de “Trondheim-scene” een erg belangrijke rol, wat niet hoeft te verbazen als ja ziet welke instrumenten hij allemaal beheerst: ongeveer alles waar snaren op staan, is bij hem in goede handen. Bassist Fritz Flåmo Eidsvaag kwamen we recent nog tegen- samen met gitarist Hans Martin Storrøsten, op de debuutplaat van Nordicana-duo Fayen, maar anderhalf decennium geleden was hij ook al aan het werk bij bluesrockers The Great Big Taters. Hans Martin is ons niet verder bekend, maar hoe dan ook is hij één derde van Bare Fjas og Blågras, een ensemble dat erg veel van bluegrass houdt en in die stijl liedjes maakt voor het hele gezin.

Dat gaat van heel leuke zelf bedachte nummers als “Cowboy Roy” of afsluiter “Voksenbursdag” tot het vertalen van bekende en minder bekende traditionele bluegrass-songs zoals opener “Sawing on the Strings”, dat we allemaal kennen van Alison Krauss of Toni Rice, maar dat al in 1957 opgenomen werd doorDon Reno & Red Smiley en hier omgezet wordt naar “Køntri til.taket detter ned” wat zoveel betekent als “country tot het dak eraf gaat”. Van Bill Monroe is er een vertaling van “Uncle Pen” tot “Onkelen Min” en de”Big Rock Candy Mountain” van Harry McClintock leerden we opnieuw kennen via de soundtrack van “O Brother Where Art Thou?” en wordt hier vertaald als: “Sukkerfjellet” ofte “suikerberg”.

Naast die klassiekers misstaan de zelfgeschreven liedjes absoluut niet en de plaat deed me meer dan eens denken aan de kinderplaatjes van Woody Guthrie, die, ook vandaag nog, perfect kunnen dienen als introductie voor kinderen tot Amerikaanse folkgenres. Ik stel me de drie heren voor, die gekleed zoals de mensen in oude westerns, hun liedjes spelen, terwijl hun echtgenotes de traditionele dansen aanleren aan kinderen en volwassenen uit het publiek. Pret gegarandeerd! En dat is ook het geval met deze plaat op zich: niks nieuws, niks wereldschokkends, maar wel met veel respect en kunde gespeelde odes aan de erfenis van de volksmuziek van hier en van de States. Heel fijn plaatje!

(Dani Heyvaert)